Restauratie van het waterkasteel in Grimbergen

In een artikel van Marjolijn Van Damme over het plantsoen en de omgeving van de Basiliek Onze-Lieve-Vrouw, in 2005 gepubliceerd door Agentschap Onroerend Erfgoed, wordt ingegaan op de geschiedenis van het zogenaamde Prinsenkasteel in Grimbergen, een gemeente gelegen in de provincie Vlaams-Brabant, ten noorden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 
 
"Het kasteel werd steeds bewoond door de jongste tak van het geslacht Berthout. In 1197 had men immers het Land van Grimbergen verdeeld tussen Gerard III, wiens eigendommen werden geërfd door de families van Perwez, van Vianden en van Nassau en zijn jongere broer Arnout II wiens eigendommen werden geërfd door de families van Aa, van Bergen (op Zoom), Glymes en de Mérode. In 1757 kwam er een einde aan de verdeling met de verkoop van het Nassau-patrimonium aan Ferdinand Gaston van Croy, afstammeling van de jongste tak. In 1625 of 1626 werd Grimbergen tot graafschap verheven, met Godevaard van Bergen als eerste graaf en in 1686 tot prinsdom, met Filip-Frans van Bergen als eerste prins van Grimbergen; sindsdien is er sprake van het Prinsenkasteel. Van 1901 tot 1933 verbleven er de zusters norbertinessen uit de abdij van Saint-Anne-de-Bonlieu de Montelimar (Frankrijk). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel door de Duitsers bezet en bij hun terugtocht in 1944 afgebrand. Vijftien jaar later werden de donjon, de noordwestelijke ronde hoektoren en de verbindingsmuur tussen beiden, als monument beschermd (Koninklijk Besluit van 7 december 1959). Jeanne-Marie de Hemricourt-de Grunne, dochter van Henriette de Merode, schonk het kasteeldomein aan de gemeente. In 1980 werd de bescherming uitgebreid tot het ganse Prinsenhof, als dorpsgezicht, waarin de overige restanten van het prinsenkasteel, de paardenstallen annex koetshuis en de hoeve als monument werden opgenomen (Ministerieel Besluit van 9 juli 1980).
 
Nadat de burcht op de Borgtberg afgebrand was tijdens de Grimbergse oorlog (1141-1159), trokken de Heren van Grimbergen op de plaats genaamd "Boksem", zo'n 600 m zuidwaarts van het dorpscentrum en de norbertijnenabdij, een nieuwe verblijfplaats op. Dit gebeurde waarschijnlijk pas op het einde van de 13de of in de 14de eeuw, daar er in de 13de eeuw geen akten werden ondertekend op het kasteel te Grimbergen. Ook deze burcht werd na belegering in 1488 door Maximiliaan van Oostenrijk en in 1489 door Hertog Albert van Saksen tot op de funderingen afgebroken. Op het einde van de 15de eeuw werd met de heropbouw gestart, mogelijk op de oude funderingen (zie Gramaye, 1606). Het kaartboek van de abdij (1699) en de kopergravure van Sanderus (1727), tonen een omwald kasteel aan de noordzijde voorafgegaan door een eveneens omwald neerhof. 
 
[...] 
 
Aan de hand van oude prentkaarten en foto's zag het kasteel er rond de [voorlaatste] eeuwwisseling als volgt uit: een complex geheel van volumes met kalkzandstenen parementen onder leien bedaking, U-vormig geschikt rond een binnenplaats. In de zuidwestelijke hoek de donjon; in de noordwestelijke hoek een ronde hoektoren, echter losstaand van het meest noordelijke volume, en in de noordoostelijke hoek een vierkante hoektoren. De binnenkoergevels, opgebouwd volgens een strak schema, werden horizontaal geleed door twee geprofileerde waterlijsten en op de begane grond door een rondboogarcade met trapeziumvormige sluitstenen. De rondboogdeur met gedecoreerde sluitsteen (met wapenschild?) werd bekroond door een deurvenster met balkon en geflankeerd door gevelhoge pilasters.
 
In 1907 vonden restauratiewerken plaats onder leiding van architect Pierre Langerock (Leuven). In 1944 staken Duitse soldaten bij hun terugtocht het kasteel in brand. De resten van het Prinsenkasteel takelden onder invloed van weer, wind, begroeiing en plunderaars steeds verder af tot de huidige ruïne. In 1996-1997 werden onder leiding van architect P. Doms (Grimbergen) de donjon gerestaureerd en de ruïne geconsolideerd. 
 
[...]
 
De zichtbare resten van het U-vormig kasteel bestaan uit overwegend muurresten van twee bouwlagen met rechthoekige en rondboogvormige muuropeningen. Voorgevel aan de binnenplaats met rondboogpoort, imposten, geprofileerde boogstenen en een versierde sluitsteen, vermoedelijk met wapenschild. De gecementeerde omlijstingen dateren van 1907. Er zijn nog sporen van binnenafwerking, onder meer beschilderd en geprofileerd pleisterwerk, een geprofileerde arduinen schouwwang, een moerbalkconsole met renaissance motieven, sporen van geprofileerde gewelfribben enzovoort." 
 
Lees meer: 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Sint-Jacobskerk in Leuven moet overdekte ontmoetingsplek worden

Kritiek op restauratie van kerk Bertem

Plan voor schouw in nieuw kasteel te Westerlo